Prometheus
linkerzijde




Jan Siebelink - interviewer: Edith Zuiderent(15-10-2008)

Volgende maand is onze gastspreker Jan Siebelink. Na het succes van Knielen op een bed violen verschijnt eind september zijn nieuwe roman Suezkade. Op woensdag 15 oktober a.s. zal hij in Porgy & Bess worden geïnterviewd door Edith Zuiderrent.

Siebelink groeide op in een strenggodsdienstig christelijk gezin. Hij werd leraar Nederlands en Frans en studeerde in zijn vrije tijd Franse taal- en letterkunde. Naast zijn leraarsbaan begon hij te schrijven. Hij debuteerde in 1975 en bracht een indrukwekkend aantal romans en verhalen voort.

Jan Siebelink
Zijn belangrijkste romans zijn De herfst zal schitterend zijn, En joeg de vossen door het staande koren, De overkant van de rivier, Vera, Margaretha en de bestseller Knielen op een bed violen.
In 2002 kreeg Siebelink de Ferdinand Bordewijk Prijs voor het boek De overkant van de rivier. In 2005 kreeg Siebelink voor Knielen op een bed violen de AKO Literatuurprijs. Naast zijn literaire werk schreef Siebelink ook essays over de Franse decadente literatuur.
Jan Siebelink won de AKO-literatuurprijs voor Knielen op een bed violen en Paul Verhoeven wil het boek verfilmen. Binnen drie jaar gingen in Nederland meer dan een half miljoen exemplaren over de toonbank, een unicum. Het boek is in het Duits en het Deens vertaald en Italiaanse, Portugese en Zuid-Afrikaanse vertalingen zijn onderweg. Niet niks, maar nog veel opvallender is de impact die het boek heeft op de lezers.

“Knielen op een bed violen vertelt het verhaal van Siebelinks jeugd, waarin zijn vader centraal staat. In het boek zoekt bloemenkweker Hans Sievez, een zachtaardige man en een liefhebbende echtgenoot en vader, na een hemels visioen zijn heil in het allerzwartste calvinisme.
Angstig, onzeker en wanhopig zoekend gaat Sievez de weg waarvan hij hoopt dat die naar de genade van God zal leiden. Een weg die hem steeds verder verwijdert van zijn gezin en van de grote liefde in zijn leven: zijn vrouw Margje. Hij verwaarloost het werk waar hij eigenlijk zo van houdt om geloofsbijeenkomsten in schuren en boerderijen bij te wonen.
Steeds verder wordt hij ingepalmd door de zwartgejaste ‘oefenaars’ van de Paauweaanse leer die met overslaande stemmen preken over de slechtheid en zondigheid van de mens. Over de mens die zich niet mag hechten aan andere mensen en aan aardse zaken. Margje blijft loyaal aan haar echtgenoot, in wie ze steeds minder van haar jeugdliefde herkent.
De oudste zoon Ruben - de schrijver zelf - adoreert zijn vader die Gods woord in een visioen ontving. De jongste zoon vervalt in opstandigheid en verwijten. Een gezin dat wordt verscheurd door machteloosheid, verdriet en liefde. Met God valt immers niet te concurreren.”

NCRV-gids, Bea Kastrop

Suezkade
“Suezkade gaat over ‘een schatrijke jongen die geheel alleen op de wereld staat’. Siebelink: „Waarschijnlijk is hij wees, maar dat weet hij niet eens zeker. Hij heeft een oudtante die aan de Suezkade woont. Ik zou het huis zo aan kunnen wijzen, het ligt in de bocht waar de Suezkade de Laan van Meerdervoort kruist.”

De hoofdpersoon uit Suezkade heeft ondanks zijn rijkdom de behoefte om ‘iets te doen’. In Parijs leest hij in een Nederlandse krant een advertentie voor her-intreders in het onderwijs. Zo wordt hij tenslotte leraar Frans aan het Descartes gymnasium in Den Haag. Siebelink: ,,Dat gymnasium is in werkelijkheid Gymnasium Haganum aan de Laan van Meerdervoort. Maar er lopen ook herinneringen doorheen aan mijn eigen school uit Ede, waar ik voor de klas heb gestaan.’’

De kersverse leraar Frans valt aanvankelijk nogal op. Hij doet het goed in zijn nieuwe omgeving, maar langzamerhand raakt hij geheel vervreemd. Hij komt in een geïsoleerde positie terecht en moet op den duur het onderspit delven. Ook ontwikkelt er zich een romance tussen de leraar en een jong Marokkaans meisje dat hij als brugklasser ziet binnenkomen en dan door de jaren heen volgt. Het is een liefde, haast Siebelink zich eraan toe te voegen, ‘die overigens niet geconsumeerd zal worden’.

Siebelinks band met Den Haag gaat terug tot de jeugd van zijn vrouw. Siebelink groeide zelf op in Velp. Maar Gerda Hoogstraten, zijn vrouw, is afkomstig uit de familie van de gelijknamige boekhandel aan het Noordeinde. Vera wordt beschouwd als een echte Haagse roman. Die was voor een groot deel gesitueerd in het Valkenboskwartier, Engelen van het duister in de Stationsbuurt.

Siebelink schreef Suezkade tijdens de drukte die het succes van Knielen op een bed violen met zich meebracht. Het motief van de eenling die in afzondering wordt gedwongen, zoals de vader in zijn jongste roman, is ook sterk aanwezig.

Algemeen Dagblad, februari 2008 (Jan-Hendrik Bakker)

Interviewer Edith Zuiderent
Na een studie Nederlands aan de Universiteit van Utrecht werkte Edith Zuiderent (1963) bij het Letterkundig Museum in Den Haag.
Jaren geleden is zij begonnen met het maken van literaire programma’s en kwam zo bij de televisie terecht. Inmiddels werkt zij als zelfstandig regisseur/ programmamaker/producent  en maakt literaire en culturele programma's voor televisie, theater en digitale media. Ze maakt ook regelmatig programma's over Rotterdamse onderwerpen. Verder organiseert ze literaire activiteiten, veelal onder de vlag van Stichting Littera Rotterdam.